De Belastingdienst heeft een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen opgelegd aan een buitenlands belastingplichtige. De navorderingsaanslag betrof het niet in de opgaaf wereldinkomen vermelde inkomen uit sparen en beleggen. Dat inkomen betrof een in Nederland gelegen onroerende zaak. Tegelijk met de navorderingsaanslag heeft de Belastingdienst een vergrijpboete opgelegd.
In hoger beroep voor Hof Amsterdam was in geschil of de vergrijpboete terecht is opgelegd. Het geschil betrof de vraag of de inspecteur de belanghebbende terecht grove schuld verwijt. Volgens het hof heeft de belanghebbende de Belastingdienst informatie onthouden waarom in de opgaaf wereldinkomen is verzocht. Deze informatie zou tot belastingheffing hebben geleid als deze zou zijn gegeven. Het formulier vermeldt uitdrukkelijk: “Let op! Vermeld het totaal van uw Nederlandse en niet-Nederlandse inkomen”. De inspecteur heeft volgens het hof overtuigend aangetoond dat de belanghebbende nalatig is geweest bij het nakomen van zijn verplichtingen. De boete is terecht opgelegd. De hoogte van de boete is volgens het hof in overeenstemming met het verwijt dat de belanghebbende wordt gemaakt. Het hof ziet geen aanleiding om de boete te matigen.