Het tarief waartegen de aftrek van ondernemersfaciliteiten, betaalde hypotheekrente en de persoonsgebonden aftrek in de hoogste tariefschijf worden verrekend is niet het tabeltarief van 49,5% maar het tarief van de eerste schijf. In 2023 bedraagt dit 36,93% en in 2024 36,97%. De hoogste tariefschijf begint in 2023 bij een inkomen van € 73.031 en in 2024 bij € 75.518. Het voordeel van deze aftrekposten is hierdoor beperkt voor mensen met een hoger inkomen in box 1 van de inkomstenbelasting.
Voor ondernemers gaat het om de volgende faciliteiten:
- de zelfstandigenaftrek;
- de aftrek speur- en ontwikkelingswerk;
- de meewerkaftrek;
- de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid;
- de stakingsaftrek; en
- de mkb-winstvrijstelling. Anders dan eerder aangekondigd gaat deze in 2024 niet omlaag naar 12,7% maar naar 13,31% van de winst.
Onder de persoonsgebonden aftrek vallen:
- uitgaven voor onderhoudsverplichtingen;
- uitgaven voor specifieke zorgkosten;
- weekenduitgaven voor gehandicapten; en
- aftrekbare giften.
Het zo mogelijk naar voren halen van uitgaven die kwalificeren als persoonsgebonden aftrek of het in 2023 vooruit betalen van hypotheekrente over de eerste helft van 2024 kan voordelig zijn.